Inlassingen aangegven in schuine druk

Inlasssingen

Alfredo Ottaviani, de schim

.

Deze prelaat krijgt van Godfried Bomans ook een sneer. Hij werd door Paus Pius XII tot kardinaal-diaken benoemd, was secretaris van de Congregatie van de Geloofsleer en was dé behoudsgezinde aanvoerder van de conservatieve vleugel ten tijde van het Vaticaans Concilie.

Bomans omschrijft de man zo: ‘Ottaviani had een volkomen middeleeuws hoofd. En inderdaad, hij “was” een middeleeuwer’.

Godfried vindt het jammer dat zijn stem nu verstomd is en wel omdat progressiviteit alleen gestalte krijgt tegen de achtergrond van verzet. was dat decor; al die kloeke en steeds weer nieuwe einders openbrekende theologen, al die zich tegen Rome verwerende bisschoppen, al die kwaaie gelovigen die in roerige zalen de ene motie na de andere naar hun verbijsterde voorzitter slingerden, ze worstelden allemaal met de schim van die ene prelaat in Rome, die daar niets van hebben moest en dat ook ronduit zei: “Gewone gelovigen moeten geloven, meer niet…”

Reinder Bruinsma (1942) werkte lange tijd binnen de kerk van de Zevende-dags Adventisten en schreef tal van boeken, artikelen en een wekelijkse blog. Hij geeft regelmatig lezingen in binnen- en buitenland ‘Na een lezing over ‘Een andere kijk op de geschiedenis! stelde hij een sterk gevoel van saamhorigheid vast. Te midden van alle politieke gedoe aan de kerkelijke top was hij er meer en meer van overtuigd dat de kerk niet zonder meer moet vereenzelvigd worden met de organisatie die vanuit (Silver Spring voor de Adventisten) Rome wordt geleid. De kerk bestaat eerst en vooral uit de mensen aan de basis, die in al hun verscheidenheid hun geloof zo goed mogelijk in praktijk proberen te brengen vanuit de plaatselijke of regionale gemeenschap waarvan zij deel uitmaken. Dat is in de eerste plaats de kerk die hem na aan het hart ligt. Natuurlijk neemt dat niet weg dat er overkoepelende organen nodig zijn en dat we alle invloed waarover we beschikken moeten gebruiken om te bevorderen dat deze organisaties de wereldkerk dienen in plaats van over ze te heersen

Het uitdunnen van het aantal priesters, het afhaken van de jonge gezinnen en de redenen die we eerder reeds vermeldden zijn er mede de oorzaak van dat de rol die de gewone geloofsgenoot (leek) in de kerk kan vervullen sinds het Tweede Vaticaanse Concilie, maar zeker in de laatste jaren in grote mate veranderd is.

Edward Schillebeeckx

Vernieuwing in kloosters en abdijen

Voor de geestelijken die in gemeenschap leven had Vaticanum II voldoende vernieuwing gebracht. In de parochies was er wel veel ontgoocheling. Het verlies van Gods nabijheid kenmerkt onze tijd. Een teugkeer naar innerlijkheid zou een tegengewicht kunnen vormen en die vindt men gemakkelijker in een klooster of een abdij.

Wil men echt in contact komen met God, dan moet men eerst het contact met zichzelf herstellen. Het is immers de mens die God niet toelaat, omdat contact én met zichzelf én met God veronderstelt het zich afkeren van het ‘leven naar buiten’ en het doelbewust kiezen voor ‘het leven naar binnen’. In dat proces is stilte onontbeerlijk! Maar waar vindt de mens nog stilte? Het stilzwijgen behoedt de gerichtheid op de kern van het religieuze leven van de monniken. Benedictus heeft het in zijn Regel meermaals over het ‘hoe’ van ons spreken. Het spreken dat uit stilte is geboren. Zo’n spreken gebeurt in alle deemoed, ernstig, eerbiedig, redelijk nederig, zachtmoedig, welwillend, bescheiden, met wijsheid. Kort gezegd: spreken met oneindig respect voor de ander. Deze laatste overweging komt in de geseculariseerde wereld vaak over de tong en wordt ook van iedereen verwacht, maar men hoeft de krant maar op de politieke, de sport- en de sociaal-culturele pagina’s open te slaan om voorbeelden te vinden hoe ‘respect’ geïnterpreteerd wordt.

Was het in die tijd zoveel beter?

Reinder Bruinsma: ‘Geschiedenisboeken beperken zich vaak tot een beschrijving van de rol van de belangrijkste leiders en van hun grote daden (of het gebrek daaraan). Maar het leven van de gewone mensen blijft gewoonlijk sterk onderbelicht en daardoor krijg je maar een heel eenzijdig en beperkt beeld van hoe het in feite was. Dat geldt ook voor de kerkgeschiedenis. Als we ons, bijvoorbeeld, bezighouden met de geschiedenis van de kerkhervorming van de zestiende eeuw, gaat het meestal vooral over Luther en Calvijn en hun directe medewerkers, maar horen we weinig over de gewone mensen.

In ‘Beminde gelovigen’ van Godfried Bomans gaat het over hetzelfde thema.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen



Zuster De Baerdemaeker aanpassen aan actualiteit. Tite wijzigen. En een paar zinnen t

Inlassingen aangegven in schuine druk